Genesis 14:18 En koning Melchizedek van Salem bracht brood en wijn. Hij was priester van de allerhoogste God.


Psalm 110:4 Jehovah heeft een eed gezworen en hij zal niet van gedachten veranderen:‘Jij bent voor eeuwig een priester zoals Melchizedek!’

Hebreeën 5:5 Zo heeft ook de Christus niet zichzelf de eer gegeven hogepriester te worden. Dat deed degene die tegen hem zei: ‘Jij bent mijn zoon, vandaag ben ik je vader geworden.’ 6 Ergens anders zegt hij ook: ‘Jij bent voor eeuwig een priester zoals Melchizedek.’ 7 Tijdens zijn leven op aarde heeft Christus met sterk geroep en tranen gesmeekt en gebeden tot degene die hem uit de dood kon redden, en hij werd verhoord vanwege zijn ontzag voor God. 8 Hoewel hij een zoon was, heeft hij gehoorzaamheid geleerd door wat hij heeft geleden. 9 En toen hij volmaakt was geworden, werd hij verantwoordelijk voor de eeuwige redding van iedereen die hem gehoorzaamt, 10 omdat hij door God is benoemd tot een hogepriester zoals Melchizedek.


Hebreeën 7:01 Want deze Melchizedek, koning van Salem en priester van de allerhoogste God, kwam Abraham tegemoet toen die terugkwam van zijn overwinning op de koningen. Hij zegende hem, 2 waarna Abraham hem een tiende deel van alles gaf. In de eerste plaats is hij ‘koning van rechtvaardigheid’ — volgens de vertaling van zijn naam — en verder is hij ook koning van Salem, dat wil zeggen ‘koning van vrede’. 3 Hij heeft geen vader of moeder, geen stamboom, geen begin van dagen en geen einde van leven, maar hij is aan de Zoon van God gelijkgemaakt: hij blijft priester voor altijd.


Hebreeën 6:19 Die hoop is voor ons als een anker voor de ziel, is zeker en vast en leidt ons tot voorbij het gordijn. 20 Daar is voor ons een voorloper binnengegaan, Jezus, die voor eeuwig een hogepriester zoals Melchizedek is geworden.


Hebreeën 7:21 (Er zijn wel mannen die zonder een gezworen eed priester zijn geworden, maar deze man is het geworden via een eed die over hem is gezworen door degene die zei: ‘Jehovah heeft gezworen en hij zal niet van gedachten veranderen: “Jij bent voor eeuwig een priester.”’)