Net naast het domein Worriken in Butgenbach loopt de zogenaamde 'Quervennbahn', een spoorweg die werd aangelegd begin 20ste eeuw in het kader van het von Schieffen plan. (oostkantons waren toen nog Duits) Duitse militaire strategen wilden een oost-west spoorverbinding door de Ardennen in de aanloop naar een oorlog met Frankrijk. Er was de Vennbahn die Aachen verbond met Luxemburg, meer oostelijk de lijn Keulen-Trier en in Belgiƫ Spa-Luxemburg, maar die liepen allen noord-zuid, vandaar de (militaire) wens om tussen deze bestaande spoorwegen een dwarsverbinding oost-west te voorzien. Er was sinds 1885 een verbinding tussen Waismes (gelegen aan de Vennbhan) en Malmedy maar er ontbrak nog een schakel om materiaal en manschappen naar (en door) Belgiƫ te kunnen verplaatsen om op die manier de zwaar versterkte grens tussen Duitsland en Frankrijk te omzeilen in geval van een gewapend conflict. (het basisidee achter het von Schieffenplan). Er werd gestart met de bouw van deze 'Quervennbahn' in 1907. Gebouwd volgens de strenge Pruissische normen voor spoorwegen geschikt voor militaire doeleinden heeft deze Quervennbahn een maximale hellingsgraad van 2% en zijn quasi alle kruispunten met het wegennet op verschillend niveau.. (het zou leuk zijn mochten de Belgische fietspaden deze oude normen volgen!) Aanvang 1914 (nog voor het begin van WW1) kwam dan de verbinding met het belgische net tot stand via de 'internationale' lijn Malmedy-Stavelot. (en via de lijn Stavelot-Trois-ponts was er aansluiting op de lijn Luik-Luxemburg). Zo was de gewenste oost-west verbinding door de Ardennen klaar. Nog in de loop van 1914 kwam onder Duitse bezetting in recordtempo een tweede oost-west verbinding tot stand tussen de Vennbahn en Vielsalm (Born-Vielsalm). (Ook de spoorverbindingen Aachen-Tongeren en St-Vith naar Gouvy werden onder Duitse bezetting aangelegd tijdens WW1). De Quervennbahn had na WW1 weinig (commercieel) belang, noch voor goederentransport, noch voor personenvervoer maar werd nogmaals militair belangrijk voor en tijdens WW2. Eind jaren 30 vorige eeuw werd via het Duitse traject materiaal aangevoerd voor het aanleggen van de 'Westwall', tijdens de oorlog werd de spoorlijn opnieuw gebruikt voor militaire transporten. Het (cruciale) viaduct van Butgenbach werd in WW2 opgeblazen door het Duitse leger op zijn terugtocht, een poging dit viaduct op te blazen door de Belgische genie bij het begin van WW2 mislukte doordat lokale -duitsgezinde- bewoners de installatie van de springladingen gesaboteerd hadden. Dit vernielde viaduct was een tegenvaller voor de geallieerde legers die gehoopt hadden de Quervennbahn te kunnen gebruiken om snel materiaal aan te voeren om door te stoten naar Duitsland.. De vertraging die hiervan het gevolg was gaf het Duitse leger de kans tot hergroepering en om het Ardenneoffensief op poten te zetten. Een laatste herstel van deze Quervennbahn gebeurde in de jaren 80 van vorige eeuw, opnieuw als gevolg van militaire overwegingen. Via deze spoorverbinding kon zwaar (Navo)legermateriaal vanuit kamp Elsenborn via het station van Sourbrodt op treinen geladen worden en zo snel ingezet worden op 'manouevres' overal in West-Duitsland. Na het uiteenvallen van het Warschaupact in 1991 verloor de spoorlijn (opnieuw) haar strategisch belang. Tot 2006 werd een gedeelte nog gebruikt door een vereniging die toeristische ritjes met museumtreinen organiseerde, maar de opbrengst hiervan volstond niet om de huur van de lijn aan de NMBS te betalen, en er werd mee gestopt. Ook de sporadische houttransporten via Vennbahn en Quervennbahn werden gestopt. Sinds 2014 is deze lijn terug in gebruik, maar nu als een aangenaam fietspad van ongeveer 65km.