Woordpakket 25 derde leerjaar (herhaling) © Johan Lagae

Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.
armband, dolgraag, geweld, droeg, stad,
lentedag, voorbeeld, uitleg, vreemd, dagboek,
aardappel, middagmaal, boodschap, nogal, kindjes,
rugzak, voedsel, verzorgde, doodstil, vliegtuig

Denk aan de verlengingsregel:
om te weten of een woord of een woorddeel op een d of een t eindigt,
moet je het woord of het woorddeel langer maken.
Voorbeeld:
mandwant het meervoud is manden
veldmuis (veld + muis)want het meervoud van veld is velden
tentwant het meervoud is tenten


1. Vul een woord uit het pakket in.

Het naar Madrid steeg op.
De directeur kocht een mooie voor zijn knappe vrouw.
Hij prikte met zijn vork in de hete .
Op kamp neem ik altijd een mee.

2. Kies een woord dat past in de zin. Schrijf daarna de hele zin nog eens over.
droeg - zakgeld - blond - oorlog - kleedje - handschoenen

Ik draag liever een in de zomer.

Zij heeft haar.

Met heb je geen koude vingers.

Ik krijg elke week .

De dief donkere kleren.

Ik hou van vrede, maar niet van .


3. Sommige letters zijn verdwenen. Welke zijn het? Schrijf de woorden 2x.

voe*s*l ----- -
b*sb*an* ----- -
vr**gd* ----- -
v*ee*d ----- -
ond*rw*g ----- -
ku*kdr*og ----- -