aanvallen, duwde, nummers, rommel, aardappelen,
eentje, oompje, ruwe, agenten, hotel,
plannetje, toveren, betalen, kachel, rekenen,
vestje, bootje, rillingen, wekker, kamperen
Woorden met achtervoegsel -elen, -eren, -enen Je schrijft die woorden net als kinderen, bewonderen, meubelen, tekenen. |
Woorden met voorvoegsel be-, ge-, ver- Je schrijft die woorden net als begin, gelijk, verdriet. |
Bij het schrijven van verkleinwoorden luister je goed welk deel er aan het grondwoord wordt toegevoegd. |
Ch? Onthouden! bv. lachen, lichaam, zich ... |
Een lange u voor een w schrijf je enkel. |
aanvallen, duwde, nummers, rommel, aardappelen,
eentje, oompje, ruwe, agenten, hotel,
plannetje, toveren, betalen, kachel, rekenen,
vestje, bootje, rillingen, wekker, kamperen
1. Zoek de fout in de volgende woorden en schrijf nadien het juiste woord 2x op.
goedkoope -----
-
krulen -----
-
gunezen -----
-
stemetje -----
-
bibburen -----
-
2. Schrijf de volgende woorden in de juiste rij.
gemeen - verhinderen - verdubbelen - begraven - mishandelen - folteren - bespieden - gebonden
3. Schrijf volgende woorden 3x.
verkouden -
-
-
-
doden -
-
-
-
bronnen -
-
-
-
klassen -
-
-
-
bewegen -
-
-
-