Woordpakket 24 derde leerjaar (herhaling) © Johan Lagae

Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.
aanvallen, duwde, nummers, rommel, aardappelen,
eentje, oompje, ruwe, agenten, hotel,
plannetje, toveren, betalen, kachel, rekenen,
vestje, bootje, rillingen, wekker, kamperen

TVT4,8 verenkelen of verdubbelen.png

Woorden met achtervoegsel -elen, -eren, -enen
Je schrijft die woorden net als kinderen, bewonderen, meubelen, tekenen.
Woorden met voorvoegsel be-, ge-, ver-
Je schrijft die woorden net als begin, gelijk, verdriet.
Bij het schrijven van verkleinwoorden luister je goed
welk deel er aan het grondwoord wordt toegevoegd.
Ch? Onthouden!
bv. lachen, lichaam, zich ...
Een lange u voor een w schrijf je enkel.


1. Vul de ontbrekende letters in en schrijf het woord 2x.

K*M**R*N ----- -
N***ERS ----- -
*LA**ET*E ----- -
AA*DAP***** ----- -
B*T**EN ----- -

2. Schrijf alle woorden uit het pakket die beginnen met deze letters:
k: ,
d:
h:

Schrijf alle woorden uit het pakket die eindigen op:
l: , ,
e: , , , , , ,

3. Schrijf alle woorden uit de zinnen die eindigen op -elen, -enen of -eren over.

De kinderen houden het meest van knutselen en rekenen.
en
Gisteren hebben we veel paaseieren geraapt in de tuin.
en
De jongeren babbelen veel in de klas.
en

4. Schrijf de woorden die je herkent in de woordslang nog eens over.
tgdyhjschuwokepgeboortebeleven/mofdsjuspelletjes

- - - -