bedankje, bezoekje, bedoel, begraven, beloofde,
bewakers, geboorte, geweren, gebruiken, gewone,
geloven, genieten, geschenk, verdieping, verwacht,
verhuizen, verzorgen, verjaardag, verlegen, vertellen
1. Kies het juiste woord. Schrijf het juist over.
badkamer - aftrekking - aardappel - beneden - overmorgen - drukke - draaimolen - toverspreuk
Een oefening met min is een
.
Slaap je liever boven of
?
Zij rijden graag langs
wegen.
"Hocus pocus pas, ik wou ....", is een echte
.
Hopelijk staat er een
op de kermis.
Welke dag is het
?
Frieten zijn gemaakt van
.
We hebben een nieuw bad en een nieuwe douche in onze
.
2. Maak goede woorden de eerste letter is gegeven;
Kies uit: plannetje, tovenaar, woonkamer, goudvissen, timmerman, grootvader.
m o k w o n a e r ----- w
r t e n a o a v ----- t
m e r i t m a n m ----- t
v a r o o d r e g t ----- g
s s g d u o v n i e ----- g
e t a e j p l n n ----- p
3. Schrijf de volgende woorden in de juiste kolom.
kakkerlak, kakelen, oma, emmer, ossetong, vreselijk,
alleen, helemaal, opperhoofd, opera, babbelaar, Gobelijn,