draait, vandaag, haai, draag, saai,
gloeien, groeit, zondag, oei, omhoog,
gooit, slag, kooien, lach, vlieg,
nooit, pech, boog, zich, dwerg.
1. Zoek een pakketwoord dat rijmt op deze woorden.
2. Vul de letters van de volgende woorden op de passende plaats in.
Schrijf daarna de woorden nog eens voluit.
kooien - dwerg - pech - roeiboot - gloeien
3. Vul aan met g of ch en schrijf het volledige woord nog eens over.
Hij verveelde zi
op school.
Een mu
maakt veel geluid.
Mijn haar is al helemaal droo
.
Mijn vader had pe
met de auto.
Op woensda
is er maar een halve dag school.
4. Maak de woorden volledig door de dcijfers door de juiste letters te vervangen.
1 = aai ----- 2 = oei ----- 3 = ooi