Vocabulaire contact 7e (vijfde leerjaar) © Johan Lagae
Sleep van rechts naar links.
Antwoord controleren
Il y a des livres sur la table.
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Qui est devant toi?
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Qui est derrière toi?
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Depuis hier.
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
N' est - ce pas?
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Quelle chance!
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Il est bon en français.
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Elle est bonne en français.
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Je comprends.
???
Ze is goed in Frans.
Wie zit er achter jou?
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Ik begrijp het.
Hij is goed in Frans.
Wat een geluk!
Sinds gisteren.
Nietwaar?
Wie zit er voor jou?
Antwoord controleren
OK