TVT5,v.t.3c (verdieping) © Johan Lagae

Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.
TVT,v.t. Hoe schrijf je werkwoorden.png
werkwoordschema verleden tijd
pv. met hoorbare -t, -d, -te, -de, -ten, den en met de stam op -t of -d
ww. met hoorbare -t die geen pv. zijn
termen kennen en gebruiken: ww. - nv. - pv. - ond. - enk. - mv. - t.t. - v.t. - stam - uitgang

1. Vul de juiste vorm van de verleden tijd in.
noemvorm --------------- de juiste vorm ...

verlaten ------------------- Ik de school omstreeks 16.00 uur.
uitstoten ------------------ Die fabriek giftige gassen .
afronden ------------------ De burgemeester het gesprek .
aanwakkeren ------------ De wind het vuur .
verbeteren --------------- Meneer had onze werken tijdig .
dansen -------------------- Wij op de leuke muziek.
uitbeelden --------------- Hij de olifant op een originele manier .
starten -------------------- De werken werden door de politie stilgelegd.
afsnijden ----------------- Mijn kapper onmiddellijk mijn lange haren .
lopen ---------------------- Het nieuws ging rond als een vuurtje.

2. Vul aan met de verleden tijd.
Schrijf het onvolledige woord na de zin helemaal opnieuw.

Het heeft de laatste dagen enorm hard geregen.
De ober bedien ons als eerste.
De gids lei ons door het museum.
Die moeilijke oefening werd door niemand opgelos.
De kinderen verveel zich geen enkel moment.
De jager rich zijn geweer op de fazant.
Er werd in onze straat een nieuw appartementsblok gebouw.
Wij bon onze ski's aan en begonnen aan de afdaling.
De duiker red de drenkeling uit het water.
Die mensen stor hun afval zomaar in de sloot.

3. Vervolledig het volgende krantenbericht.
Noteer de ontbrekende werkwoorden.

Vanmorgen (glijden) een strooiwagen van de baan in Koksijde. Dat (gebeuren) op de Steileweg naar de Dijk toe. De strooiwagen (zijn) zout aan het strooien toen het voertuig plots aan het glijden (gaan) en tegen de muur (terechtkomen). De wagen blijft minstens een maand onbruikbaar. Meteen (worden) een onderzoek (openen) naar het ongeval, waaruit (blijken) dat spelende kinderen een ijspiste in de straat hadden (aanleggen). Zelfs de strooiwagen (kunnen) de ijspiste niet trotseren.
(Het Nieuwsblad zaterdag 21, zondag 22 december 2002)