1. Lees en los op.
Sam doet boodschappen. Hij koopt 0,250 kg varkensgehakt en 0,125 kg salami.
Die twee producten wegen samen
kg.
's Avonds eten ze thuis 75 gram of 0,075 kg salami op.
Er blijft nog
kg of
g salami over.
2. Kijk goed naar de getallen en los op.
0,007 + 0,008 =
0,090 + 0,035 =
0,125 + 0,125 =
1 + 0,375 =
0,025 - 0,009 =
0,400 - 0,125 =
0,145 - 0,080 =
1 - 0,125 =
0,4 + 0,375 =
0,625 - 0,5 =
0,25 + 0,525 =
0,7 - 0,075 =
3. Los op. Tussenstappen zitten verborgen achter het ? Gebruik ze indien nodig.
0,325 + 0,09 =
1,025 - 0,625 =
1,5 + 0,525 =
1,865 - 0,435 =
0,995 + 0,625 =
3,851 - 1,251 =
1,950 + 1,075 =
1,4 - 0,298 =
1,75 + 0,255 =
2 - 0,065 =
4. Vul aan.
3,5 + 0,625 =
dus
-
=
1,75 - 0,325 =
want
+
=
1 - 0,012 =
dus
+
=