ww III, tegenwoordige tijd 8 (gemengde reeks) © Johan Lagae

Vul overal de eerste, tweede of derde vorm in.
Een zin in het meervoud krijgt altijd de derde vorm.
Schrijf altijd eerst de stam op wanneer de zin in het enkelvoud staat.
Kijk dan of er een t achter de stam moet komen.
Als je twijfelt aan de t, vervang dan het werkwoord door een vorm van werken!!!
Achter het '?' vind je telkens
infinitief - eerste vorm - tweede vorm - derde vorm

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties en hoofdletters.
Gebruik als komma een echte komma.
1. (bewegen) (vertoeven) De orkaan zich in de richting van Hawaiï, waar de Amerikaanse president op het ogenblik .
2. (benijden) Ik je je drukke baantje niet.
3. (herkennen) u mij niet?
4. (horen) Ik dat de prins zeer ontstemd is over de uitlatingen van zijn zoon.
5. (bieden) Het wonen in een stad vele voordelen.
6. (schaden) Te veel eten de gezondheid.
7. (vertonen) De totale export een lichte stijging.
8. (financieren) De gemeente de bouw van het clubhuis.
9. (bestrijden) De Werelgezondheidsorganistatie malaria op grote schaal.
10. (keren) (gooien) Zijn vrouw iedere cent om, maar zijn dochter het geld over de balk.
11. (vinden) Welke auto jij de mooiste?
12. (worden) Door welke chirurg je geopereerd?
13. (vinden) In Australië je misschien een baan.
14. (denken) Een egoïst altijd het eerst aan zichzelf.
15. (trainen) Het elftal iedere dag voor de wedstrijd.
16. (bevinden) België zich al dagenlang in een depressie.
17. (vertrouwen) Zoals de waard is, hij zijn gasten.
18. (begeleiden) Een beroemd pianist de zangeres.
19. (aanwennen) (noemen) Iets dat men zich , men een aanwensel.
20. (begrijpen) (opwinden) Niemand waarom je je over zo'n kleinigheid .