ww III, tegenwoordige tijd 15 (gemengde reeks) © Johan Lagae

Vul overal de eerste, tweede of derde vorm in.
Een zin in het meervoud krijgt altijd de derde vorm.
Schrijf altijd eerst de stam op wanneer de zin in het enkelvoud staat.
Kijk dan of er een t achter de stam moet komen.
Als je twijfelt aan de t, vervang dan het werkwoord door een vorm van werken!!!
Achter het '?' vind je telkens
infinitief - eerste vorm - tweede vorm - derde vorm

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties en hoofdletters.
Gebruik als komma een echte komma.
1. (worden) De datum gewijzigd in 12 februari.
2. (worden) De verwachting is dat ik overgeplaatst naar een andere afdeling.
3. (worden) Het is te hopen dat je niet ziek .
4. (worden) Waarom er niet naar je mening gevraagd?
5. (worden) Bij de gevaarlijke kruising binnenkort verkeerslichten aangebracht.
6. (betalen) Voor de krat u vijf gulden statiegeld.
7. (voorstellen) Kun jij zien wat deze tekening precies ?
8. (wennen) Alles op den duur.
9. (verhuizen) Het gezin tegenover ons over enkele weken naar een grote woning in het centrum.
10. (vertrekken) De trein naar Vlissingen op het tweede perron.
11. (testen) Bij een kleine onderhoudsbeurt de monteurs in ieder geval ook de werking van de remlichten.
12. (beantwoorden) Wat is de reden dat je mijn vraag niet ?
13. (verzenden) Dit soort artikelen men gewoonlijk in kartonnen dozen.
14. (inladen) Ik reken erop dat jullie de kampeerwagen straks .
15. (vinden) je vader het goed, dat je naar de disco gaat?
16. (vinden) Misschien je het prettiger wanneer ik de cv wat lager zet?
17. (branden) Het gas onder de pan met rijst volgens mij nog niet.
18. (verspreiden) De bos rozen die je hebt meegebracht, een heerlijke geur.
19. (aankleden) Direct als ik uit bed stap, ik me .
20. (worden) Ga er maar van uit dat de rekening je alsnog toegestuurd.
21. (luisteren) Het is een hond die goed naar zijn baas .
22. (aanvullen) Zorg ervoor dat u uw rekening op tijd .
23. (winden) Je je te veel op over zo'n onbelangrijke kwestie!
24. (winnen) (krijgen) Diegene die de puzzelwedstrijd , een puzzelwoordenboek cadeau.