Natuurlijke en kommagetallen delen door 10 - 100 - 1000 - 10000 en door 5 - 50 - 25. (Kompas 5 week 19b2) © Johan Lagae
Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.
Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.