Functies van breuken en procenten (operator, getal, verhouding, kans). (Kompas 5 week 14a) © Johan Lagae

Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.
1. Kijk en los op.
KHR5,14a1.png

20 : 4 =
1/4 van 20 =
1/4 x 20 =
25 % van 20 =

2/4 van 20 = 2 x = dus 50 % van 20 =
3/4 van 20 = 3 x = dus 75 % van 50 =

2. Welke letters passen bij de opgegeven getallen?
KHR5,14a2.png

1/2 =
7/10 =
1/4 =
50 % =
7/5 =
100 % =

3. Noteer het quotiënt van de deling als een breuk.

2 : 4 = /4 = 1/
Twee pizza's voor vier personen is voor elke persoon een pizza.

3 : 9 = /9 = 1/
8 : 10 = /10 = 4/
48 : 100 = /100 = 12/

4. Vul aan.

KHR5,14a4a.png
3/5 = /100 = % = ,

KHR5,14a4b.png
7/10 = /100 = % = ,

13/20 = /100 = % = ,
78/100 is /50 = % = ,
0,45 = % = /100 = /
3/4 = /100 = % = ,
35/100 = / = % = ,
0,05 = % = /100 = /

5. Lees en vul aan.

Als ik een geldstuk opgooi is er
kans op 2 dat het 'kop' is en
kans op 2 dat het 'munt' is.

Als ik met een dobbelsteen gooi, heb ik
kans op dat ik een 5 gooi.

Als ik 6 groene en 4 blauwe balletjes in een zak stop
en ik haal er blindelings 1 balletje uit, dan heb ik
kansen op 10 dat het een blauw balletje is.
We noteren het zo:
/10 = /100 = %
Dus heb ik % kans om een blauw balletje uit de zak te halen.

5. Vul de ontbrekende verhoudingsgetallen in.
Voorbeeld:
1 - 3 - 4 - 5
2 - 6 - 8 - 10

1 -
2 - 10

3 -
4 - 20

5 - 25
8 -

- 12
6 - 18

4 - 16
- 20

8 - -
10 - 5 - 20

12 - 6 - 3
20 - -

20 - - 8
25 - 50 -

7. Los op.

1/4 van 48 =
1/7 x 42 =
1/10 van 70 =

2/5 x 35 =
25/100 van 1000 =
3/4 x 160 =

1/2 van 3 =
7/10 x 5 =
1/4 van 0,2 =

8. Vul de verhoudingstabel aan.

Saida slaapt 8 uren per dag, dus 8 uren op 24 uren.
Vervolledig de tabel voor een ganse week.

aantal uren slaap ----- 8 ------- 16 ----- 24 ----- ----- ------- 48 -------
totaal aantal uren ----- 24 ----- ----- ----- 96 ----- 120 ----- ----- 168