Kommagetallen tot op 1 duizendste. (Kompas 5 week 2a) © Johan Lagae

Vul de juiste oplossing in het 'venster' in.

Let goed op dat je correct typt.
De computer houdt ook rekening met spaties.
Gebruik als komma een echte komma.
1. Noteer de getallen.

zeven tiende
vijfenveertig honderdste
honderd vijfentwintig duizendste
een geheel vijf tiende
twee gehelen driehonderd vijfenzeventig duizendste

- - - -

2. Schrijf met symbolen en als getal.
Voorbeeld:
zeshonderd zesentwintig gehelen veertien duizendste----- 0D 6H 2T 6E 0t 1h 4d ----- 626,014

vijfennegentig duizendste ----- D H T E t h d -----
zestien gehelen drie tiende ----- D H T E t h d -----
drie gehelen vijfenveertig honderdste ----- D H T E t h d -----
honderd vijfenveertig gehelen vijfentwintig honderdste ----- D H T E t h d -----
twee gehelen vierhonderd negenentachtig duizendste ----- D H T E t h d -----
duizend en tien gehelen vijf tiende ----- D H T E t h d -----

Geef de waarde van het eerste, het derde en het vijfde cijfer
191,91
1 =
1 =
1 =

Geef de waarde van het eerste, het derde en het vijfde cijfer
75,757
7 =
7 =
7 =

3. Vul de getallenlijnen aan.

0 - .... - - .... - - - .... - .... - .... - .... - 1 -
0,4 - - - .... - .... - .... - .... - - .... - .... - 0,5 -
0,41 - .... - - .... - .... - - .... - .... - .... - .... - 0,42 - ....

3,8 - 3,9 - - - - - - -
- - - - - 6,22 - 6,23 -
- - - - - - 0,381 - 0,382

4. Lees en vul in.

Het grootste kommagetal (tot op 0,001) kleiner dan 1 is .
Het kleinste kommagetal (tot op 0,01) groter dan 1 is .
5 honderdste meer dan 2 tiende is .
1 duizendste minder dan 5 honderdste is .
Het getal (tot op 0,001) juist na 0,319 is .
Het getal (tot op 0,001) net voor 0,8 is .
Tussen 0,698 en 0,7 ligt .

5. Vergelijk de getallen. Vul in: > of < of =.

1,6 1,600
2,5 0,25

0,9 1,1
2 1,999

1,075 1,75
1,05 1,050

6. Orden de prijzen van klein naar groot. Gebruik < of >.
€ 21,95 - € 29,15 - € 19,25 - € 25,19 - € 20,00



7. Rangschik de gewichten van zwaar naar licht. Gebruik < of >.
1,435 kg - 1,25 kg - 1,725 kg - 1,345 kg - 1,5 kg

kg kg kg kg kg

8. Vul aan met sprongen.

van 0,5: 7 - 7,5 - 8 - - - - -
van 0,25: 5 - 5,25 - 5,5 - - - - -
van 0,125: 0 - 0,125 - 0,25 - - - - -
van 1,5: 0 - 1,5 - 3 - - - - -

9. Zoek het getalpatroon en zet het verder.

10 - 8,5 - 9,5 - 8 - 9 - - - -
5 - 5,25 - 5,1 - 5,35 - 5,2 - - - -

10. Rond af naar het dichtsbije geheel getal.

0,85 -----
1,25 -----
1,65 -----